Het is niet alleen het recht van het kind om zoveel mogelijk met elke ouder samen te zijn, maar tevens het recht van elke ouder om zijn kind te kennen.
Hierbij mag niet vergeten worden dat het wederzijds genoegen van elkaars gezelschap een fundamenteel element is van het gezinsleven tussen ouder en kind in de zin van artikel 8 EVRM, ook nadat de relatie tussen beide ouders is stukgelopen Het is in het belang van het kind dat de familiebanden gekend en behouden blijven.
Wanneer een kind jong is, is het eens te meer belangrijk voor een ouder om het kind te kunnen zien. Het beletten van een ouder om zijn jonge kind te zien kan desastreuze gevolgen hebben voor het gezinsleven tussen ouder en kind in de zin van artikel 8 EVRM.
Zeer lange verblijven na lange contactbreuken zijn hierbij niet aangewezen, doch een herstel van contact blijft aangewezen.
De rechtbank heeft oor voor de ongerustheid van een ouder met betrekking tot het verblijf van het kind in ruimtes waar gerookt wordt, al dan niet in de aanwezigheid van het kind. De rechtbank wil een ouder wel geloven wanneer deze stelt dat er niet gerookt wordt in het bijzijn van het kind, doch ook het verblijf in een ruimte waar op regelmatige basis gerookt wordt is weliswaar in mindere mate, eveneens schadelijk.
De rechtbank is van mening dat roken in het bijzijn van kinderen schadelijk is voor hun ontwikkeling en gezondheid, in het bijzonder wanneer het gaat om kinderen met gezondheidsproblemen. In dat geval zoals deze acht de rechtbank het mogelijk te kunnen beslissen dat het verblijf van het kind bij een ouder enkel mag plaatsvinden in een ruimte waar niet wordt gerookt, zowel niet in het bijzijn van het kind als wanneer het kind er niet aanwezig is (I. Boone, “Een familierechtelijke kijk op roken in het bijzijn van kinderen” in I. Samoy, E. Coulteel (ed.), Het rookverbod uitbreiden?, Leuven, Acco, 2016, nr. 318)....