Met toepassing van art. 1649ter oud BW wordt een geleverd paard niet geacht in overeenstemming te zijn wanneer het niet geschikt is voor elk door de koper ervan gewenst gebruik en/of wanneer het dier niet geschikt is voor het gebruik waartoe paarden van dezelfde soort gewoonlijk dienen.
De eisende partij die het gebrek aan overeenstemming inroept dient het bewijs te leveren van het bestaan van een gebrek in overeenstemming, i.e. van het feit dat één van de voorwaarden niet is voldaan.
Een springpaard dat niet geschikt is om bereden te worden, is niet geschikt voor het normale gebruik ervan.
Een koper van een springpaard wordt geacht als een normale omzichtige koper in dezelfde omstandigheden het dier grondig te inspecteren op eventuele zichtbare gebreken.
De verkopers van een paard dienen aan de bij de verkoop tussenkomende dierenarts volledige informatie te verschaffen.
Een dierenarts kan vaststellen dat kolieken bij een paard een lange voorgeschiedenis hebben.
Een recidiverende darmkoliek bij een paard blijkt uit de vaststelling dat het paard ongemakkelijk is na het eten”.
Een koliek is een hevige krampachtige pijn in de buik, ook bij dieren (Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal). Een koliek is m.a.w. een symptoon van een onderliggende aandoening, zoals een gasophoping, een verstopping e.a.
In deze zaak bleek uit voormeld autopsieverslag van de Faculteit Diergeneeskunde van de UGent blijkt dat het kwestieuze paard gestorven is “ten gevolge van een exsudatieve, fibrineuze peritonitis (buikvliesontsteking) die veroorzaakt werd door de darmruptuur met lekkage van voedsel in de buikholte. Deze ruptuur was het gevolg van een obstipatie na stenose van de darmwand (vernauwing) door een chronische vergroeiing tussen twee darmlussen en de milt. Het exacte tijdstip van het initieel optreden van deze vergroeiing kan niet achterhaald worden, maar dateert hoogstwaarschijnlijk van enkele maanden geleden.”
Een dergelijk, weze het eenzijdig verslag van de UGent kan als voldoende bewijskrachtig worden aanvaard, temeer wanneer daar tegenover dit verslag geen andersluidende bewijsstukken worden geplaatst, die van aard zouden zijn de bevindingen van het autopsieverslag tegen te spreken (Kh. Dendermonde 1 maart 2012, RABG 2013, 648) en de UGent er ook geen enkel belang bij heeft om deze of gene partij te bevoordelen .
In deze zaak maar tonen de verweerders niet aan dat zij niet in de mogelijkheid zouden zijn geweest om een onderzoek op tegenspraak of een tegenexpertise uit te voeren ter weerlegging van het mogelijk op hen rustend vermoeden van aansprakelijkheid. Zij tonen evenmin aan dat eisende partij niet te goeder trouw zou hebben meegewerkt aan de bewijslast (een tegenonderzoek op het dode paard werd niet onmogelijk gemaakt).
Aan de hand van voormelde elementen en het wettelijk vermoeden van art. 1649quater oud BW kan met voldoende zekerheid besloten worden dat het kwestieuze paard op het ogenblik van de verkoop reeds met een aandoening of gebrek was behept waarvoor de professionele verkoper aansprakelijk is.
De vordering van eisende partij tot ontbinding van de koop en tot terugbetaling van het betaalde voorschot ten bedrage van 5.000 euro kan bijgevolg gegrond worden verklaard.
Bijkomende materiële schade dient formeel bewezen te zijn. Een loutere opsomming geven van de behandelingen van het paard volstaan niet wanneer de precieze omvang van de schade die het uitsluitende gevolg is van onderhavig schadegeval niet kan aangetoond.
Er zijn geen redenen voorhanden om meer dan een jaar na het verlies van het paard slechts een provisionele schadevergoeding toe te kennen, zoals gevorderd, daar een definitieve begroting van de eventueel geleden schade thans ontegensprekelijk mogelijk moet zijn. Aan eisende partij kan slechts voorbehoud verleend worden voor eventueel geleden materiële schade.
Een gevorderde morele schadevergoeding van 1.500 euro wordt als ongegrond afgewezen bij gebrek aan bewijs van genegenheidsschade bij het overlijden van het paard dat nog maar een zevental maanden in het bezit was van eisende partij, die het paard nog niet eens heeft kunnen berijden.