Het hof oordeelt dat het causaal verband tussen de fout (gemiste diagnose door de aangestelde van de appellante) en het verlies van een kans op 73% genezing, bewezen is.
Er is geen aanleiding om het percentage van 73% naar (- 8% overlevingskans in 2007) 65% te herleiden. Immers, door de fout van de aangestelde van de appellante heeft de heer A. een kans van 73% verloren.
Appellante is vergoeding verschuldigd voor het verlies van een kans.
De schade is het gevolg van de concrete situatie die zich heeft voorgedaan, namelijk het ziekteverloop van de heer A., zoals die het gevolg is geweest van de fout van de aangestelde van de appellante. De heer A. heeft door de fout van de aangestelde van de appellante zijn kans op overleving aan 73% verloren.
Schade ex haerede:
De heer A. was zich bewust van zijn nakend einde gelet op de levensverwachting die hij effectief had van maar 10 maanden, wat niet het geval zou geweest zijn in geval van tijdige diagnose want dan had hij 73% overlevingskans.
De gevorderde schadevergoedingen in naam van de nabestaanden, de geïntimeerden, bestaan uit de volgende onderdelen: schade door weerkaatsing; morele schade; verplaatsingskosten.
Met de schade door weerkaatsing wordt bedoeld, de invloed die het zien lijden van een geliefd persoon heeft op de naaste bloed- en aanverwanten. Terecht halen de geïntimeerden aan dat het een vorm van morele schade is die in uitzonderlijke gevallen wordt gegeven aan naaste verwanten van het slachtoffer. De morele schade die ex haerede aan de heer A. wordt toegekend is een eigen schade van de betrokkene, die in de nalatenschap terechtkomt, zodat ze onderscheiden is van de schade door weerkaatsing van de nabestaanden, wat een eigen schade is.
Intrest:
Bij de evaluatie van de gevolgen van een lichamelijke schade, kan de rechter rekening houden met de muntontwaarding door de meest recente indicatieve tabellen toe te passen.
De actualisering van het schadebedrag ingevolge de muntontwaarding heeft tot doel aan het slachtoffer een vergoeding toe te kennen die gelijkwaardig is aan die welke het had moeten ontvangen op het ogenblik dat het recht daarop is ontstaan, terwijl de vergoedende intrest ertoe strekt de schade te herstellen die voortvloeit uit de vertraging in de be-taling van de schadevergoeding, wat op zichzelf schade is.
Rekening houdende met die elementen, bepaalt het hof de vergoedende intrest op 5%.