De vordering tot bekrachtiging van een loonoverdracht en de bijhorende vordering ten gronde worden in laatste aanleg gewezen
De vrederechter gevat door een loonoverdracht spreekt recht in eerste en laatste aanleg over loonoverdracht en onderliggende schuldvordering
Wanneer een procedure tot bekrachtiging van een loonoverdracht bij dagvaarding wordt ingeleid en tevens tot betaling van het leningsaldo spreekt hij recht in laatste aanleg over de loonoverdracht enerzijds als de onderliggende overeenkomst anderzijds.
De beslissing van de vrederechter, zowel wat betreft een hoofdeis als een tegeneis die zich hechten aan een procedure betreffende de overdracht van loon is steeds gewezen in laatste aanleg (art. 31, tweede lid, Loonbeschermingswet). Het contract van lening, hoofdverbintenis, het contract van overdracht van loon zijn immers nauw met elkaar verbonden en de overdracht staat niet los van het basiscontract. Derhalve dient te worden aangenomen dat de vrederechter in het raam van de Loonbeschermingswet in laatste aanleg uitspraak doet over alle voor hem opgeworpen betwistingen betreffende de vorm en de grond van de overdracht en van de hoofdschuldvordering. Anders wordt het geschil verdeeld tussen verschillende rechtscolleges.
Overeenkomstig art. 2 Ger.W. zijn de regels van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op alle rechtsplegingen, behoudens wanneer deze door bijzondere wetten worden geregeld: art. 31 Loonbeschermingswet belet de toepassing van artt. 616, 617 en van 620 Ger.W. (aanleg) (zie Cass. 10 november 1983, R.W., 1984-85, 833; Pas., 1984, I, 267, met conclusie Krings, E.; J.L., 1984, 29, noot De Leval, G.; Fettweis, A., Manuel de procédure civile, Luik, 1985, p. 496, nr. 744, voetnoot 8).
Omdat zowel het hoofdberoep als het incidenteel beroep de herbeoordeling beogen van de in laatste aanleg genomen beslissing van de vrederechter zowel wat betreft de tegeneis en de uitbreiding van de hoofdeis zoals die zich hebben gehecht aan de bij hoofdeis ingestelde procedure m.b.t. de overdracht van loon, dient te worden besloten tot de niet-toelaatbaarheid.