Er is slechts sprake van een akkoordvonnis wanneer het vonnis de tussen de partijen gesloten overeenkomst getrouw weergeeft.
Het vonnis waarbij de tussen de partijen gesloten overeenkomst door de rechter wordt gewijzigd, is geen akkoordvonnis en is voor voorziening vatbaar.
Wanneer de rechter de overeenkomst tussen partijen die ontstaan is na de inleiding van het geschil, waarvoor de partijen vonnis vragen niet integraal bekrachtigt (vastlegt), maar aanvullingen, toevoegingen of weglating bevat, dan wel geen getrouwe weergave is van het akkoord, is er geen sprake van een akkoordvonnis en is de uitspraak appellabel. Zelfs indien er een volledig akkoord is tussen de partijen, verleent de rechter geen akkoordvonnis wanneer hij welke kleine beslissing ook neemt die niet in het akkoord is opgenomen (Gent 8 januari 2008, NJW 2008, 742; Cass. 19 oktober 1989, Arr.Cass. 1989-90, 228).
Het akkoord tussen partijen en de vaststelling van het akkoord door de rechter moet een integraal akkoord zijn, dat op integrale wijze een einde maakt aan het geschil. Deelakkoorden, akkoorden met voorbehoud voor de kosten, akkoorden alvorens recht te doen... kortom alle akkoorden die het geschil niet volledig oplossen kunnen geen akkoordvonnis opleveren. (Cass. 20 september 2001, RW 2003-04, 1173, Cass. 4 oktober 2004, JTT 2005, 34).
Wanneer vonnis verleent wordt op de eis van de eiser nadat de verwerende partij ter zitting verklaarde dat zij de vordering niet betwist en zulks op het zittingsblad liet acteren is er geen sprake van een akkoordvonnis (Brussel 17 november 2008, RW 2011-12, 1852; Brussel 24 januari 2003, JT 2003, 272; H. Boularbah, Les voies de recours, Luik, CUP, 2000, p. 272, nr. 6). Beroep tegen een dergelijk vonnis zou evenwel falen gezien de appellant alsdan niet meer zou voldoen aan de voorwaarden van art. 17 Ger. W.).