De Dienstenwet van 26 maart 2010 (thans geïntegreerd in het Wetboek van economisch recht), die op 28 december 2009 in werking was getreden stelt:
Art. 20: «Op verzoek van de afnemer verstrekt de dienstverrichter de volgende aanvullende informatie:
1° wanneer de dienstverrichter de prijs van een bepaalde soort dienst niet vooraf heeft vastgesteld, de prijs van de dienst of, indien de precieze prijs niet kan worden gegeven, de manier waarop de prijs wordt berekend, zodat de afnemer de prijs kan controleren, of een voldoende gedetailleerde kostenraming;
2° voor gereglementeerde beroepen, een verwijzing naar de geldende beroepsregels en de wijze waarop hierin inzage kan worden verkregen;
3° informatie over zijn multidisciplinaire activiteiten en partnerschappen die rechtstreeks verband houden met de betrokken dienst, en over de maatregelen genomen ter voorkoming van belangenconflicten;
4° de gedragscodes die op de dienstverrichter van toepassing zijn, alsmede het adres waar zij elektronisch kunnen worden geraadpleegd en de beschikbare talen waarin deze codes kunnen worden geraadpleegd.»
Art. 21: «De informatie bedoeld in de artikelen 18 en 20 wordt op heldere wijze, ondubbelzinnig en tijdig voor de sluiting van het contract of, indien er geen schriftelijk contract is, voor de verrichting van de dienst, meegedeeld of beschikbaar gesteld.»
Deze bepalingen zijn ook toepasselijk op advocaten.
Bij gebreke hieraan dienen erelonen naar billijkheid begroot.