De berekening van het vruchtgebruik gebeurt overeenkomstig art. 745sexies, § 3 BW. Deze bepaling is gewijzigd door de wet waardering vruchtgebruik van 22 mei 2014. Zij is pas in werking getreden tien dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de eerste omzettingstabellen («Nieuwe wetgeving en wetsvoorstellen» in W. Pintens en Ch. Declerck, Patrimonium 2014, Brugge, die Keure, 2014, 75-77; D. Sterck, «La valorisation légale de l’usufruit viager», JT 2014, 561-563). Op die manier is zij (pas) in werking getreden op 25 januari 2015. Vanaf dat ogenblik is de nieuwe regeling van toepassing op alle vorderingen tot omzetting van vruchtgebruik ingediend na de inwerkingtreding van de wet, zoals in casu (R. Barbaix, Handboek familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2016, p. 517-518, nrs. 916-918). Het is irrelevant wanneer het vruchtgebruik waarvan de omzetting wordt gevorderd, is ontstaan.
Het komt in de eerste plaats aan de notaris-vereffenaar toe om de omzetting concreet invulling te geven (art. 745sexies, § 2, tweede lid BW; zie ook: C. De Busschere, «De wettelijke opdracht van de notarissen bij gerechtelijke omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot», RW 2010-11, 130 e.v.),
Krachtens art. 745quater, § 4 BW kan de rechter nooit een vordering tot omzetting van het vruchtgebruik met betrekking tot de gezinswoning inwilligen zonder de toestemming van de langstlevende echtgenoot (A. Verbeke, «Vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot» in W. Pintens (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, p. 56, nr. 36). Dit vetorecht is absoluut (Antwerpen 8 mei 2000, RW 2000-01, 1279), zodat de rechter het niet kan negeren.
Let wel: Nieuwe bepalingen in het NBW
Omzetting van vruchtgebruik art. 3.161 NBW
Zonder afbreuk te doen aan bijzondere wetten zoals vervat in artikel 745quater tot artikel 745sexies van het oude Burgerlijk Wetboek, kunnen de vruchtgebruiker en de blote eigenaar op ieder ogenblik bij de rechtbank vorderen dat het wettelijke vruchtgebruik geheel of ten dele wordt omgezet, hetzij in de volle eigendom van met vruchtgebruik belaste goederen, hetzij in een geldsom, hetzij in een gewaarborgde en geïndexeerde rente.
Dit recht is persoonlijk en niet vatbaar voor overdracht. Het kan niet worden uitgeoefend door de schuldeisers van de rechthebbende.
De rechtbank kan de omzetting geheel of gedeeltelijk toestaan, rekening houdend met de belangen van alle partijen. De omzetting geschiedt overeenkomstig artikel 745sexies van het oude Burgerlijk Wetboek.