Als een werknemer bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst de werkgever of derden schade berokkent, is hij alleen aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt?.
De rechter die een werknemer veroordeelt tot vergoeding van schade aan de werkgever of derden berokkend bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, moet vaststellen dat de schade het gevolg is van bedrog, een zware fout of een lichte fout die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt4. Bij de interpretatie van de schuld moet hij rekening houden met de concrete omstandigheden van het geval.
'Zware schuld' vereist niet dat de schadeverwekker het feit en de schadelijke gevolgen ervan wilde veroorzaken. Het is een onopzettelijke maar dusdanig grove en extreme fout dat ze niet verschoonbaar is. Bij de beoordeling of een handeling een zware fout is, heeft de omvang van de schade geen belang. Het begrip zware schuld is niet identiek aan het begrip dringende reden6• Een werkgever kan een zware fout inroepen zonder dat hij de arbeidsovereenkomst op grond van die handeling wegens dringende reden beëindigde.
Dat de werkgever de werknemer niet wegens dringende reden ontsloeg, is niet van belang. Het is onjuist dat "bedrog of zware fout per definitie voldoende is voor een ontslag om dringende redenen." Dat er geen ontslag wegens dringende reden volgde, belet niet dat er sprake kan zijn van een zware fout.
Snelheidsovertredingen begaan door een taxichauffeur en vastgesteld met track and trace, gelden als zware fout. Wanneer dit versterkt wordt door beelden op een dashcam die wijzen op roekeloos gedrag versterkt dit het karakter van zware fout.
De aanwezigheid van de dieren op de weg die aangereden worden bij overdreven snelheid vormen geen overmacht. De aanwezigheid van de dieren hebben geen enkele invloed op de snelheid waarmee chauffeur reed. Die was uitsluitend het gevolg van zijn eigen handelen. Hij duwde zelf het gaspedaal in.
De afwezigheid van straatverlichting is evenmin overmacht. Als bestuurder moet de chauffeur zijn snelheid regelen zoals vereist door de omstandigheden, waaronder de zichtbaarheid?. Het ontbreken van verlichting verplichtte een chauffeur zijn snelheid te matigen.
Door overdreven snelheid merkt dan een chauffeur te laat (zeker 's nachts) dieren op de weg (i.c. everzwijnen) niet tijdig op en heeft hij een aanzienlijk langere afstand nodig om te remmen.
Als de chauffeur de aanrijding "onvermijdelijk" heet in een dergelijk geval is dit het gevolg van zijn rijgedrag fout, niet van het ontbreken van straatverlichting.
Wie op een onverlichte, donkere weg aan een buitensporige en manifest onaangepaste snelheid een aantal everzwijnen aanrijdt begaat een zware fout. Zij is niet verschoonbaar.
De werkgever die hierdoor schade lijdt kan aanspraak maken op integrale vergoeding bestaande uit de herstelkosten van het voertuig en de genotsderving.
Het omzetverlies is geen adequaat criterium om de genotsderving te begroten. De te verwachten omzet moet immers al op zijn minst worden verminderd met de kosten verbonden aan de exploitatie van het voertuig. De indicatieve tabel is hierbij te prefereren.