Samenvatting
De ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid, in de zin als bedoeld in art. 399 Sw., bestaat in de ongeschiktheid voor het slachtoffer tot het verrichten van een willekeurige persoonlijke arbeid. Die verzwarende omstandigheid wordt ook toegepast als het slachtoffer, zoals een kind, geen enkele winstgevende activiteit uitoefent en ongeacht de omvang van de ongeschiktheid.
Geen enkele wettelijke bepaling legt op dat een arbeidsongeschiktheid in de zin als bedoeld in art. 399 Sw., wordt bewezen met een medisch getuigschrift of een deskundigenonderzoek, zodat de bodemrechter hierover op onaantastbare wijze beslist.
Preview
De ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid, in de zin als bedoeld in art. 399 Sw., bestaat in de ongeschiktheid voor het slachtoffer tot het verrichten van een willekeurige persoonlijke arbeid. Die verzwarende omstandigheid wordt ook toegepast als het slachtoffer, zoals een kind, geen enkele winstgevende activiteit uitoefent en ongeacht de omvang van de ongeschiktheid. Geen enkele wettelijke bepaling legt op dat een arbeidsongeschiktheid in de zin als bedoeld in art. 399 Sw., wordt bewezen met een medisch getuigschrift of een deskundigenonderzoek, zodat de bodemrechter hierover op onaantastbare wijze beslist. Rechtspraak: Cass. 19/04/2006, RW 2009-2010 149 ...