J U S T E L     -     Geconsolideerde wetgeving
Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef
Parlementaire werkzaamheden Inhoudstafel 1 uitvoeringbesluit 8 gearchiveerde versies
Handtekening Einde Franstalige versie
 
belgiëlex . be     -     Kruispuntbank Wetgeving
Raad van State
ELI - Navigatie systeem via een Europese identificatiecode voor wetgeving
http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/decreet/2009/05/08/2009035594/justel

Titel
8 MEI 2009. - Decreet houdende vaststelling en realisatie van de [gewestelijke] rooilijnen (Opschrift gewijzigd door DVR 2019-05-03/47, art. 54, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019)
(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-07-2009 en tekstbijwerking tot 02-09-2019)

Bron : VLAAMSE OVERHEID
Publicatie : 03-07-2009 nummer :   2009035594 bladzijde : 45727       PDF :   originele versie    geconsolideerde versie
Dossiernummer : 2009-05-08/13
Inwerkingtreding / Uitwerking : 13-07-2009

Deze tekst heeft de volgende teksten gewijzigd :1999035652        1807091650       

Inhoudstafel Tekst Begin
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2, 2/1, 3-6
HOOFDSTUK II. - Procedure
Afdeling 1. - Gewestelijk rooilijnplan
Art. 7-8
Afdeling 2.
Art. 9-10
HOOFDSTUK III. - Realisatie [1 ...]1 van het rooilijnplan
Art. 11-17
HOOFDSTUK IV.
Art. 18-19
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 20-22

Tekst Inhoudstafel Begin
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

  Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

  Art. 2. De rooilijn is de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen. De rooilijn wordt vastgesteld in een rooilijnplan. Bij ontstentenis van een rooilijnplan, vastgesteld volgens dit decreet is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen.

  Art. 2/1. [1 Het rooilijnplan kan een achteruitbouwstrook vastleggen.
   De Vlaamse Regering kan inzake gewestwegen nadere regels over de achteruitbouwstrook vastleggen, onder meer voor de gevallen waarin het rooilijnplan geen achteruitbouwstrook vastlegt of er geen rooilijnplan bestaat.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2012-03-23/18, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2012>

  Art. 3.[1 De rooilijnplannen, vermeld in dit decreet, hebben betrekking op de gewestelijke rooilijnplannen voor de gewestwegen, met uitzondering van de autosnelwegen in de zin van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen.
   Dit decreet is niet van toepassing op de gemeentewegen. De rooilijnplannen voor die gemeentewegen worden vastgesteld met toepassing van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.]1
  ----------
  (1)<DVR 2019-05-03/47, art. 55, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 4. De procedure voor het totstandkomen van rooilijnplannen is ook van toepassing op het wijzigen ervan.
  Voor de opheffing van een rooilijnplan volstaat echter een besluit, zonder toepassing van de totstandkomingsprocedures voor rooilijnplannen.

  Art. 5.In afwijking van hoofdstuk II, kan een rooilijnplan tegelijkertijd opgesteld worden met een ruimtelijk uitvoeringsplan zoals bedoeld in [1 de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening]1, waarvan het de uitvoering beoogt. Het wordt dan tegelijkertijd met dat ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels voor het opstellen van dat ruimtelijk uitvoeringsplan.
  De eigenaars van de goederen, gelegen binnen de omtrek van de percelen in kwestie, worden vóór de aanvang van het openbaar onderzoek door de overheid die het ontwerpplan voorlopig vaststelt, bij aangetekende brief in hun woonplaats ervan op de hoogte gebracht dat het rooilijnplan in het gemeentehuis ter inzage ligt.
  ----------
  (1)<DVR 2012-03-23/18, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2012>

  Art. 6.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 56, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  HOOFDSTUK II. - Procedure

  Afdeling 1. - Gewestelijk rooilijnplan

  Art. 7.§ 1. De Vlaamse Regering is belast met het opstellen van het voorontwerp van gewestelijk rooilijnplan en stuurt dat naar de deputatie en het college van burgemeester en schepenen van elke provincie respectievelijk gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk door het gewestelijk rooilijnplan wordt bestreken, naar de gewestelijke administratie bevoegd voor de ruimtelijke ordening en naar de maatschappijen van geregeld vervoer.
  Het voorontwerp bevat minstens de getroffen percelen en hun oppervlakte, alsook de actuele en toekomstige rooilijn. Het bevat in voorkomend geval ook de nutsleidingen die als gevolg van de realisatie van de toekomstige rooilijn op privaat domein zullen liggen. De Vlaamse Regering kan de inhoud van het voorontwerp nader bepalen.
  Uiterlijk 21 dagen na het versturen van het voorontwerp organiseert de Vlaamse Regering een plenaire vergadering. De in het eerste lid genoemde instanties brengen uiterlijk op die vergadering hun advies uit. Het verslag van de vergadering wordt verstuurd binnen veertien dagen.
  § 2. De Vlaamse Regering stelt het ontwerp van rooilijnplan voorlopig vast en stuurt het naar de deputatie van elke betrokken provincie en het college van burgemeester en schepenen van elke betrokken gemeente.
  § 3. Het college van burgemeester en schepenen van elke betrokken gemeente onderwerpt het ontwerp van gewestelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling bedoeld in § 2, minstens wordt aangekondigd door :
  1° aanplakking in elke betrokken gemeente;
  2° een bericht in het Belgisch Staatsblad ;
  3° een afzonderlijke mededeling, bij aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van de onroerende goederen die zich bevinden in het ontwerp van rooilijnplan.
  Deze aankondiging vermeldt minstens :
  1° de hiervoor genoemde gemeenten waarop het ontwerp van het gewestelijk rooilijnplan betrekking heeft;
  2° waar het ontwerp ter inzage ligt;
  3° de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;
  4° het adres waar de opmerkingen en bezwaren dienen toe te komen of kunnen worden afgegeven en de te volgen formaliteiten;
  5° dat een rooilijnplan ook gevolgen heeft voor werken en handelingen waarvoor geen [1 omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen]1 is vereist, met verwijzing naar artikel 16, vierde lid, van dit decreet.
  § 4. Na de aankondiging wordt het ontwerp van gewestelijk rooilijnplan gedurende dertig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis van elke betrokken gemeente.
  § 5. Opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van de termijn van het openbaar onderzoek per aangetekende brief aan de gemeente toegestuurd of afgegeven tegen ontvangstbewijs. De gemeenten versturen uiterlijk de derde werkdag na het openbaar onderzoek, de bezwaren en opmerkingen aan de gewestelijke administratie, bevoegd voor de openbare werken. Aan laattijdig bezorgde bezwaren en opmerkingen mag worden voorbijgegaan.
  Het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeenten, de deputatie van de betrokken provincies en de gewestelijke administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, versturen hun gemotiveerd advies naar de gewestelijke administratie bevoegd voor de openbare werken uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek. Wanneer geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
  Het gewest draagt de kosten van het openbaar onderzoek.
  § 6. De gewestelijke administratie, bevoegd voor de openbare werken bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en verstuurt binnen dertig dagen na ontvangst ervan haar gemotiveerd advies naar de Vlaamse Regering. Samen met haar advies bezorgt ze de Vlaamse Regering de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
  § 7. De Vlaamse Regering stelt binnen dertig dagen na ontvangst van de in § 6 bedoelde adviezen, opmerkingen en bezwaren het gewestelijk rooilijnplan definitief vast.
  Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan slechts wijzigingen worden aangebracht, die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen of de adviezen, uitgebracht door de aangewezen administraties en overheden.
  De definitieve vaststelling van het plan kan geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
  § 8. Indien het gewestelijk rooilijnplan niet definitief wordt vastgesteld negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek vervalt het ontwerp van gewestelijk rooilijnplan.
  ----------
  (1)<DVR 2014-04-25/M4, art. 266, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2017>

  Art. 8. Het besluit houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk rooilijnplan wordt door de Vlaamse Regering bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad binnen zestig dagen na de definitieve vaststelling.
  Het gewestelijk rooilijnplan treedt in werking veertien dagen na de bekendmaking.
  De Vlaamse Regering stuurt een afschrift van het gewestelijk rooilijnplan, van het advies van de gewestelijke administratie bevoegd voor de openbare werken en van het vaststellingsbesluit naar de betrokken provincies en gemeenten.

  Afdeling 2.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 57, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 9.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 57, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 10.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 57, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  HOOFDSTUK III. - Realisatie [1 ...]1 van het rooilijnplan
  ----------
  (1)<DVR 2012-03-23/18, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2012>

  Art. 11.Het gewest [3 kan]3 de onroerende goederen vereist voor de realisatie van de rooilijnplannen verwerven door onteigening in het algemeen belang.
  [2 ...]2
  ----------
  (1)<DVR 2012-03-23/18, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2012>
  (2)<DVR 2017-02-24/22, art. 105, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<DVR 2019-05-03/47, art. 58, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 12.
  <Opgeheven bij DVR 2017-02-24/22, art. 106, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

  Art. 13.
  <Opgeheven bij DVR 2017-02-24/22, art. 106, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

  Art. 14.
  <Opgeheven bij DVR 2017-02-24/22, art. 106, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

  Art. 15.Het besluit van de Vlaamse Regering [3 ...]3 houdende de definitieve vaststelling van het rooilijnplan kan bepalen dat het rooilijnplan slechts kan worden uitgevoerd naarmate de aanvragen voor een [1 omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden]1 worden ingediend. In dat geval is [2 artikel 42 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017]2 niet van toepassing.
  ----------
  (1)<DVR 2014-04-25/M4, art. 268, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2017>
  (2)<DVR 2017-02-24/22, art. 107, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<DVR 2019-05-03/47, art. 59, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 16.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 60, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 17.§ 1. Wanneer de uitvoering van de rooilijn, bij vernauwing of wijziging van het tracé van een openbare weg als gevolg heeft de aanpalende eigendommen te scheiden van de openbare weg, dan hebben de aangelande eigenaars een voorkooprecht om de tussenliggende strook die deel uitmaakte van de weg, aan te kopen. De prijs wordt bepaald door het comité tot aankoop van onroerende goederen op basis van de waarde van het terrein op het ogenblik van de eigendomsoverdracht.
  [1 ...]1
  § 2. Percelen grond afhangende van [3 gewestwegen]3 kunnen uit de hand worden verkocht aan de aangelande eigenaars om aan hen de mogelijkheid te geven om vooruit te komen tot aan de rooilijn die naar aanleiding van een aanvraag tot verkaveling of [2 omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen]2 wordt aangegeven ter uitvoering van artikel 57 van het Gemeentedecreet.
  ----------
  (1)<DVR 2012-03-23/18, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2012>
  (2)<DVR 2014-04-25/M4, art. 270, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2017>
  (3)<DVR 2019-05-03/47, art. 61, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  HOOFDSTUK IV.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 62, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 18.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 62, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  Art. 19.
  <Opgeheven bij DVR 2019-05-03/47, art. 62, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

  HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

  Art. 20. Worden opgeheven :
  1° in titel II van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, hoofdstuk VI, dat bestaat uit de artikelen 76 en 77;
  2° artikel 53 van de wet van 16 september 1807 betreffende het droogleggen van moerassen;
  3° artikel 3 van de wet van 14 maart 1854 betreffende de vervreemding van domaniale goederen.

  Art. 21.Een [2 omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden als vermeld in artikel 5, 1°, a) en b), van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning]2, moet worden geweigerd indien de aanvraag onverenigbaar is met een voorlopig vastgesteld ontwerp van rooilijnplan. Die weigeringsgrond vervalt wanneer het plan niet definitief werd vastgesteld binnen de in de procedure bepaalde termijn.
  ----------
  (1)<DVR 2012-03-23/18, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 30-04-2012>
  (2)<DVR 2014-04-25/M4, art. 271, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2017>

  Art. 22.Rooilijnen vastgesteld of goedgekeurd op grond van andere wetgeving, blijven geldig tot ze door rooilijnplannen vastgesteld in overeenstemming met dit decreet zijn vervangen.
  

Handtekening Tekst Inhoudstafel Begin
   Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 mei 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
H. CREVITS

Aanhef Tekst Inhoudstafel Begin
   Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Wijziging(en) Tekst Inhoudstafel Begin
originele versie
  • BESLUIT VLAAMSE REGERING VAN 19-07-2019 GEPUBL. OP 02-09-2019
    (GEWIJZIGD ART. : 19)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 03-05-2019 GEPUBL. OP 12-08-2019
    (GEWIJZIGDE ART. : OPSCHRIFT; 3; 6; 9; 10; 11; 15; 16; 17; 18; 19)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 08-06-2018 GEPUBL. OP 26-06-2018
    (GEWIJZIGD ART. : 19)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 24-02-2017 GEPUBL. OP 25-04-2017
    (GEWIJZIGDE ART. : 11; 12; 13; 14; 15)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 15-07-2016 GEPUBL. OP 02-09-2016
    (GEWIJZIGD ART. : 16)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 25-04-2014 GEPUBL. OP 23-10-2014
    (GEWIJZIGDE ART. : 7; 9; 15; 16; 17; 21)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 04-04-2014 GEPUBL. OP 15-04-2014
    (GEWIJZIGD ART. : 6)
  • originele versie
  • DECREET VLAAMSE RAAD VAN 23-03-2012 GEPUBL. OP 20-04-2012
    (GEWIJZIGDE ART. : 2/1; 5; 11; 16; 17; 21)

  • Parlementaire werkzaamheden Tekst Inhoudstafel Begin
        Zitting 2008-2009. Stukken. - Voorstel van decreet, 2185 - Nr. 1. - Amendementen, 2185 - Nr. 2. - Verslag over hoorzitting, 2185 - Nr. 3. - Verslag, 2185 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2185 - Nr. 5. Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 30 april 2009.

    Begin Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef
    Parlementaire werkzaamheden Inhoudstafel 1 uitvoeringbesluit 8 gearchiveerde versies
    Franstalige versie