Direct naar artikelinhoud

Laatste duel om vrouw werd met wapens beslecht

Op een industrieterrein in het Brabantse Best werd in het jaar 2000 mogelijk het laatste duel met getuigen gestreden, om een vrouw....

Het laatste duel in de Nederlandse geschiedenis ging om een vrouw. Op een verlaten industrieterrein nabij het Brabantse Best vond op 26 augustus 2000 een treffen plaats tussen de 26-jarige S.R alias de Zigeuner en zijn 28-jarige rivaal in de liefde P. van V. Het treffen kreeg een bloedig einde. Per 1 februari zal de aparte strafbaarstelling van het klassieke tweegevecht verdwijnen uit het Wetboek van Strafrecht. De wetgever wil duellanten voortaan exclusief berechten volgens de wetsartikelen die gaan over moord, doodslag en mishandeling. Als de komende weken niet alsnog een duel wordt uitgevochten, dan zal geen rechter zich ooit nog uitspreken over een tweegevecht in de zin van het Nederlandse strafrecht. In de zomer van 2000 was de Zigeuner al weken woedend op zoek naar Van V. Deze had het aangelegd met zijn vriendin, althans de vrouw met wie de Zigeuner tot kort daarvoor een relatie had. En met wie hij hij een zoontje had. Van V. kon een confrontatie steeds ontwijken, maar op 26 augustus leek er geen uitweg meer. De Zigeuner meldde zich aan de deur van de zwager van Van V. met de boodschap dat de hele familie zou worden uitgemoord als de kwestie niet werd uitgevochten. Binnen een uur moest Van V. zich melden op het industrieterrein. Wapens thuislaten, was de afspraak. Zo begaven de twee zich op pad met hun secondanten. Het gevecht begon als een klassiek vuistgevecht, maar al snel werden vuurwapens van zwaar kaliber getrokken. De uitdager, de Zigeuner, werd getroffen in de hals. De schutter was Bert R. (34), zwager en secondant van duellant Van V. Het Openbaar Ministerie sprak in december 2000 van een ‘klassiek geval’ van tweegevecht en noemde het een ‘ontoelaatbare vorm van eigenrichting’. De rechtbank veroordeelde de uitdager (de Zigeuner) tot twaalf maanden cel, waarvan drie voorwaardelijk. Als hij niet gewond was geraakt, zou de straf veel hoger zijn uitgevallen. Van V., de tweede duellant, moest 240 uur werken, in plaats van zes maanden cel. De schietende secondant kreeg de hoogste straf: vijftien maanden cel. De veroordelingen stoelen behalve op het verbod op het tweegevecht ook op poging tot doodslag. Slechts één veroordeelde ging in hoger beroep, wat opnieuw een veroordeling opleverde. Eind 19de eeuw noemde de wetgever ‘eigenmachtig herstel (van krenking van eergevoel) door gewelddadige middelen’ een vorm van eigenrichting ‘die in een beschaafde staat (*) krachtig moet worden tegengegaan’. Aan de andere kant zou het onredelijk zijn de klassieke moordbepalingen af te roepen over twee partijen die beiden willens en wetens de confrontatie aangaan. Dat het tweegevecht verdwijnt uit het strafrecht is volgens minister Donner van Justitie mede ingegeven doordat bepalingen als ‘indien het tweegevecht niet plaats heeft met getuigen’ de indruk wekt ‘dat de wetgever minder zwaar tilt aan misdrijven die tijdens een tweegevecht zijn gepleegd’.