Versie 2004
EUROPESE DEONTOLOGISCHE ERECODE
Deze Deontologische Europese Erecode is de opfrissing van de 1972 uitgeschreven versie door de Europese Franchise Federatie (EFF).
Iedere nationale Federatie of Vereniging van de EFF heeft aan de redactie deelgenomen en verzekert de promotie, de interpretatie en de aanpassing ervan in haar eigen land.
Deze Deontologische Erecode wil een goedgedragscode zijn voor de Franchise partners in Europa.
1. DEFINITIE VAN FRANCHISING
FRANCHISING is een systeem voor de afzet van goederen en /of diensten en / of de toepassing van technologie, gebaseerd op een hechte en voortdurende samenwerking tussen juridisch en financieel zelfstandige en onafhankelijke (1) ondernemingen, de franchisegever en zijn individuele franchisenemers. De franchisegever verleent daarbij aan zijn individuele franchisenemers het recht en legt hen de verplichting op om een bedrijf te exploiteren volgens het concept (2) van de franchisegever. Het aldus toegekende recht verleent aan de individuele franchisenemer het recht en de plicht om tegen directe of indirecte financiële vergoeding gebruik te maken van de handelsnaam en/of het handelsmerk en /of het dienstmerk van de franchisegever, de knowhow (3), de commerciële en technische methoden, de werkwijze en andere industriële en /of intellectuele eigendomsrechten, ondersteund door voortdurende commerciële en technische hulp, gedurende de looptijd van een schriftelijke franchiseovereenkomst, die voor dit doel tussen partijen is gesloten. Knowhow is een geheel van niet-geoctrooieerde praktische kennis, voortvloeiend uit ervaring door onderzoek vanwege de franchisegever en dewelke geheim, wezenlijk en bepaald is:
• “geheim” betekent dat de knowhow als geheel of in de juiste samenstelling van de onderdelen, niet algemeen bekend of gemakkelijk toegankelijk is; de term is niet bedoeld in de nauwe betekenis dat elke individuele component van de knowhow geheel onbekend of buiten het bedrijf van de franchisegever niet beschikbaar moet zijn.
• “wezenlijk” betekent dat de knowhow informatie omvat die onmisbaar is voor de verkoop van goederen of de verrichting van diensten aan eindgebruikers en met name voor de presentatie van goederen voor de verkoop, de verwerking van goederen in verband met de verrichting van diensten, methoden van contact met klanten, administratie en financieel beheer: de knowhow moet nuttig zijn voor de franchisenemer in die zin dat deze dank zij die knowhow zijn concurrentiepositie bij de sluiting van de overeenkomst kan versterken, met name doordat hij zijn prestaties kan verbeteren of gemakkelijker toegang kan verkrijgen tot een nieuwe markt.
• “bepaald” betekent dat de knowhow voldoende gedetailleerd moet beschreven zijn om te kunnen beoordelen of hij aan de criteria inzake het geheime en wezenlijke karakter voldoet; de beschrijving van de knowhow kan worden opgenomen in de franchiseovereenkomst, neergelegd in een afzonderlijk document of vastgesteld in een andere geschikte vorm.
2. ALGEMENE PRINCIPES
2.1. De franchisegever is de initiatiefnemer van een franchisenetwerk, bestaande uit de individuele franchisenemers en de franchisegever die de opdracht heeft om de continuïteit ervan te garanderen (4).
2.2. De franchisegever dient:
a) gedurende een redelijke periode een zakelijk concept met succes te hebben toegepast in tenminste één pilootzaak, alvorens een franchisenetwerk op te starten (5)
b) eigenaar te zijn of gerechtigd te zijn om gebruik te maken van de door het netwerk te gebruiken herkenningstekens voor de cliënteel zoals handelsnaam, handelsmerk of andere onderscheidende tekens (6) (7)
c) de individuele franchisenemer basisopleiding te geven en voortdurende commerciële en /of technische ondersteuning te verlenen gedurende de gehele duur van de overeenkomst.
2.3. De individuele franchisenemer dient: a) zich in te spannen voor de groei van het franchisesysteem en het onderhouden van de gemeenschappelijke identiteit en reputatie van het franchisenetwerk. b) de franchisegever controleerbare bedrijfsgegevens voor te leggen die het mogelijk maken de resultaten te beoordelen en tevens de financiële verslaggeving, noodzakelijk voor effectieve managementbegeleiding. De franchisenemer zal aan de franchisegever en /of zijn vertegenwoordiger toelating geven het bedrijf van de franchisenemer op redelijke tijden te betreden en de boekhouding te mogen inzien.
c) de knowhow verstrekt door de franchisegever niet aan derden bekend te maken, noch gedurende, noch na afloop van de overeenkomst (8).
2.4. Partijen moeten voortdurend volgende verplichtingen naleven:
a) Billijkheid betrachten in het handelen ten opzichte van elkaar. De franchisegever dient, bij enige overtreding van de contractuele bepalingen, dit schriftelijk aan de individuele franchisenemer te bevestigen en, indien gerechtvaardigd, hem een redelijke termijn te gunnen om zijn verplichtingen alsnog na te komen.
b) Klachten, grieven en geschillen oplossen te goeder trouw en met bereidwilligheid door middel van oprechte en redelijke, rechtstreekse communicatie en onderhandeling.
3. WERVING, PUBLICITEIT EN HET VERSTREKKEN VAN GEGEVENS
3.1. Publiciteit voor de werving van individuele franchisenemers dient ondubbelzinnig en zonder misleidende verklaringen te zijn.
3.2. Alle wervingsadvertenties en reclamemateriaal waarin direct of indirect verwezen wordt naar resultaten, cijfers of te verwachten inkomsten voor de individuele franchisenemer, dienen objectief en controleerbaar te zijn.
3.3. Om toekomstige individuele franchisenemers in staat te stellen met volledige kennis van zaken te oordelen, verstrekt de franchisegever een volledige en correcte schriftelijke informatie en documentatie met betrekking tot de clausules van de franchiseovereenkomst, dit binnen een redelijke termijn voor het sluiten van deze overeenkomsten.
3.4. Wanneer de franchisegever de kandidaat-franchisenemer voorstelt een voorovereenkomst af te sluiten, zal de franchisegever volgende regels naleven:
a) Voorafgaand aan het tekenen van welke voorovereenkomst ook zal de individuele kandidaat-franchisenemer schriftelijke informatie ontvangen over de inhoud ervan en betreffende de vergoeding die hij aan de franchisegever zal moeten betalen ter dekking van de kosten tijdens en met betrekking tot de voorovereenkomstperiode.
b) Bij ondertekening van de franchise overeenkomst zullen de bestede sommen door de franchisegever terugbetaald of in mindering gebracht worden op een mogelijk door de franchisenemer te betalen ingangsgeld.
c) De voorovereenkomst dient bepalingen te bevatten omtrent de duur alsook een wederzijdse mogelijkheid tot opzeg d) de franchisegever kan clausules van niet concurrentie en geheimhouding opleggen ter bescherming van zijn knowhow tijdens de duur van de voorovereenkomst.
4. DE SELECTIE VAN INDIVIDUELE FRANCHISENEMERS
De franchisegever zal uitsluitend individuele franchisenemers selecteren, die na redelijk onderzoek lijken te beschikken over de noodzakelijke bekwaamheid zoals opleiding, persoonlijke kwaliteiten en financiële middelen die toereikend zijn om het gefranchiseerde bedrijf te exploiteren.
5. DE FRANCHISE-OVEREENKOMST
5.1. De franchiseovereenkomst dient in overeenstemming te zijn met nationale wetgeving, wetgeving van de Europese Unie en deze Erecode. De overeenkomst dient het belang te weerspiegelen van de leden van het netwerk door de bescherming van de industriële of intellectuele eigendomsrechten van de franchisegever, evenals door de gemeenschappelijke identiteit en reputatie van het franchisenetwerk te handhaven (9). Alle overeenkomsten en contractuele regelingen in verband met de franchiserelatie dienen gesteld te zijn, of vertaald door een beëdigd vertaler, in de officiële taal van het land waar de individuele franchisenemer gevestigd is. Kopieën van ondertekende overeenkomsten dienen onmiddellijk aan de franchisenemer ter hand gesteld te worden.
5.2. De franchiseovereenkomst dient ondubbelzinnig te vermelden welke de wederzijdse verplichtingen en verantwoordelijkheden zijn van beide partijen, evenals alle andere substantiële bepalingen van de samenwerking.
5.3. De overeenkomst dient tenminste de volgende essentiële bepalingen te bevatten:
• de rechten van de franchisegever
• de rechten van de individuele franchisenemer
• de goederen en /of diensten die aan de individuele franchisenemer worden geleverd
• de verplichtingen van de franchisegever
• de verplichtingen van de individuele franchisenemer
• de financiële verplichtingen die gelden voor de individuele franchisenemer
• de duur van de overeenkomst, die lang genoeg dient te zijn om de individuele franchisenemer in staat te stellen zijn initiële franchise investeringen af te schrijven
-desgevallend de voorwaarden voor een verlenging van de overeenkomst (10)
-de voorwaarden waaronder de individuele franchisenemer het handelsfonds mag verkopen of overdragen en de mogelijke voorkeurrechten van de franchisegever in dit opzicht
-bepalingen in verband met het gebruik door de franchisenemer van franchisegevers: onderscheidende herkenningstekens, uithangbord, merk, handelsnaam, logo en alle andere onderscheidende tekens
-het recht van de franchisegever om het concept aan te passen aan nieuwe of gewijzigde methoden
• bepalingen betreffende opzegging van de overeenkomst
• bepalingen betreffende onmiddellijke teruggave, bij vroegtijdige beëindiging van de franchiseovereenkomst, van alle materiële en immateriële bestanddelen aan de franchisegever (11).
6. MASTER FRANCHISE
De Erecode is niet van toepassing op de relatie tussen de franchisegever en zijn masterfranchisenemer. Hij is daarentegen wel van toepassing op de relatie tussen master-franchisenemer en zijn franchisenemers.
BIJLAGEN
noten:
(1) De franchisenemer is verantwoordelijk voor de menselijke en financiële middelen die hij inzet. Hij is tevens verantwoordelijk tegenover derden voor de daden die verwezenlijkt worden binnen het kader van de uitbating van de franchise. Hij heeft de verplichting om loyaal mee te werken aan het welslagen van het netwerk tot hetwelk hij toegetreden is.
(2) Het concept is de originele samenvoeging van drie elementen:
-de eigendom of het gebruiksrecht van de herkenningstekens voor de cliënteel: fabrieks¬, handels- of dienstenmerk; uithangbord; handelsnaam; tekens en symbolen; logo’s;
-het gebruik van een opgedane ervaring, van een “ knowhow ”;
-een assortiment van producten, diensten en /of technologieën al dan niet gebrevetteerd die hij ontworpen heeft, die hij op punt gesteld heeft, die hij aanvaard of aangeworven heeft.
(3) Knowhow: De franchisegever garandeert aan de franchisenemer het genot van dergelijke “ know¬how ” dat hij onderhoudt en ontwikkelt. Dankzij een aangepaste informatie en vorming draagt de franchisegever deze “ knowhow ” aan de franchisenemer over waarbij de toepassing en de eerbied ervan gecontroleerd worden. De franchisegever moedigt de feedback aan van informatie vanwege de franchisenemers teneinde deze “knowhow ” te verbeteren. Tijdens de precontractuele, contractuele en postcontractuele periodes verbiedt de franchisegever elk gebruik en overdracht van de “knowhow”, meer bepaald ten aanzien van de netwerken van de concurrenten die het netwerk van de franchisegever zouden kunnen benadelen.
(4) Het franchisenetwerk bestaat uit de franchisegever en de franchisenemers. Het franchisenetwerk draagt, door haar organisatie en ontwikkeling, bij tot de verbetering van de productie en /of distributie van producten en /of diensten of tot de promotie van technische en economische vooruitgang waarbij aan de gebruikers een rechtvaardig deel van de winst dat zij voortbrengt voorbehouden wordt. Het merk van de franchisegever, symbool voor de identiteit en de reputatie van het netwerk, vormt de garantie voor de kwaliteit van de diensten die aan de gebruiker verleend worden. Deze garantie is gewaarborgd door de overdracht en de controle over het naleven van een knowhow alsook door het ter beschikking stellen van een homogeen gamma van producten en /of diensten en /of technologieën. De franchisegever zal erop toezien dat de franchisenemer, zijn hoedanigheid van juridisch zelfstandig ondernemer bekend maakt met behulp van aangepaste signalisatie.
(5) Hij moet de menselijke en financiële middelen gebruiken met het oog op de promotie van zijn merk, het onderzoek en vernieuwing zodanig dat de ontwikkeling en het voortbestaan van zijn concept verzekerd blijven.
(6) Deze rechten moeten tenminste gelijk zijn aan de duur van het contract.
(7) Het imago van het merk: De franchisegever garandeert aan de franchisenemer het genot van de herkenningstekens voor het cliënteel dat hij ter beschikking stelt. Hij moet hem onder anderen de geldigheid van zijn rechten over het /de merk(en) garanderen, waarvan het gebruik, in welke hoedanigheid ook, aan de franchisenemer toevertrouwd wordt. De franchisegever onderhoudt en ontwikkelt het imago van het merk. De franchisegever let op de naleving, door de franchisenemer, van alle gebruiksvoorschriften van het merk alsook van alle herkenningstekens die hem contractueel ter beschikking gesteld werden. Op het einde van het contract zorgt de franchisegever ervoor dat de herkenningstekens voor het cliënteel niet langer door de ex-franchisenemer gebruikt worden. In geval van exclusief gebruik van het merk over een bepaald territorium worden de modaliteiten door de franchisegever duidelijk omschreven: voorwerp en duur. Met alle middelen zorgt de franchisegever ervoor dat het assortiment van producten en /of technologieën, die aan de verbruiker aangeboden worden, wel degelijk in overeenstemming zijn met het imago van het merk. Daarvoor gebruikt hij exclusieve aankoopclausules voor deze systemen voor dewelke het nuttig zou geacht worden en meer bepaald voor de producten die het merk van de franchisegever dragen.
(8) In dit verband mag het contract een “niet concurrentiebeding” voorzien waarvan de duur, de draagwijdte en het voorwerp bepaald zullen worden, rekeninghoudend met het eigen belang van het netwerk.
(9) De contractuele relaties: De franchisegever en de franchisenemers weten dat zij samenwerken in een systeem waar hun belangen zowel op korte als op lange termijn met elkaar zijn verbonden . De soepelheid van het systeem en de verantwoordelijkheidszin van elke partij staan in
voor het welslagen van de franchise. De relaties tussen de partners moeten dus de noodzakelijke ontwikkelingen tot verbetering van de werking van het franchisenetwerk toelaten en dat tot grotere voldoening van de consument. De franchisegever stelt het schriftelijk contract op. Het moet, op volledige wijze en nauwkeurig, de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van partijen opsommen. Het contract weerspiegelt de strategie van het franchisenetwerk. Het bevat de aanduiding van de noodzakelijke middelen om het franchiseconcept te verwezenlijken. Het contract legt aan de betrokken partijen geen beperkingen op die niet noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen. Het contractevenwicht wordt globaal bekeken en in functie van de belangen van het franchisenetwerk. Het contract laat een duurzame dialoog toe en bevoorrecht bemiddelingsoplossingen.
(10) De franchisegever geeft mits een toereikende opzeg aan de franchisenemer kennis van zijn wil het aflopende contract niet verder te zetten of geen nieuw contract te tekenen.
(11) De franchisegever die in het contract de voorwaarden tot terugname en/of gebruik van materialen eigen aan de franchise heeft bepaald, zal, in deze voorwaarden, niet streven naar een bestraffing van de ex-franchisenemer maar integendeel naar de bescherming van de identiteit en de reputatie van het franchisenetwerk..
Uittreksel uit het Wetboek van economisch recht
TITEL 2. - [1 Precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.26. [1 De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op commerciële samenwerkingsovereenkomsten als bedoeld in artikel I.11, 2°, niettegenstaande elke strijdige contractuele bepaling.
Deze titel is niet van toepassing :
- op de verzekeringsagentuur-overeenkomsten onderworpen aan de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen;
- op de bankagentuurovereenkomsten onderworpen aan de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.27.[1 Onder voorbehoud van de toepassing van artikel X.29, verstrekt de persoon die het recht verleent aan de andere persoon, minstens één maand voor het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel I.11, 2°, het ontwerp van overeenkomst evenals een afzonderlijk document dat de gegevens bedoeld in artikel X.28 bevat. [2 Het ontwerp van overeenkomst en het afzonderlijk document worden door middel van een duurzame gegevensdrager ter beschikking gesteld, toegankelijk voor de persoon die het recht verkrijgt.]2
Indien in het ontwerp van overeenkomst of in het afzonderlijke document, na de mededeling ervan, een gegeven, vermeld in artikel X.28, § 1, 1°, wordt gewijzigd, verstrekt degene die het recht verleent minstens een maand vóór het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel I.11, 2°, aan de andere persoon het gewijzigde ontwerp van overeenkomst en een vereenvoudigd afzonderlijk document, tenzij deze wijziging schriftelijk wordt aangevraagd door degene die het recht verkrijgt. Dit afzonderlijk document omvat minstens de belangrijke contractuele bepalingen zoals bepaald in art. X.28, § 1, 1°, die ten aanzien van het oorspronkelijke document gewijzigd werden.
Onder voorbehoud van de toepassing van artikel X.29 en met uitzondering van de verbintenissen aangegaan in het kader van een vertrouwelijkheidsakkoord, mag geen enkele andere verbintenis worden aangegaan en mag geen enkele andere vergoeding, bedrag of waarborg worden gevraagd of betaald vóór het verstrijken van de in dit artikel bedoelde termijn van een maand.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(2)<W 2018-09-20/14, art. 6, 067; Inwerkingtreding : 20-10-2018>
Art. X.28. [1 § 1. Het afzonderlijk document bedoeld in artikel X.27 bevat twee delen die de volgende gegevens bevatten :
1° Belangrijke contractuele bepalingen, voor zover ze zijn voorzien in de commerciële samenwerkingsovereenkomst :
a) de vermelding dat de commerciële samenwerkingsovereenkomst al dan niet specifiek met inachtneming van de persoon wordt gesloten;
b) de verbintenissen;
c) de gevolgen van het niet behalen van de verbintenissen;
d) de rechtstreekse vergoeding die de persoon die het recht verkrijgt moet betalen aan degene die het recht verleent en de berekeningswijze voor de onrechtstreekse vergoeding die de persoon die het recht verleent, ontvangt en, in voorkomend geval, de wijze van herziening in de loop van de overeenkomst en bij de hernieuwing ervan;
e) de concurrentiebedingen, hun duur en hun voorwaarden;
f) de duur van de commerciële samenwerkingsovereenkomst en de voorwaarden voor de hernieuwing;
g) de voorwaarden voor opzeg en beëindiging van de overeenkomst met name wat de lasten en de investeringen betreft;
h) de voorkooprechten of de aankoopoptie ten voordele van de persoon die het recht verleent en de regels voor de waardebepaling van de handelszaak bij de uitoefening van deze rechten of deze optie;
i) de exclusiviteiten die zijn voorbehouden aan de persoon die het recht verleent.
2° Gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkings-overeenkomst :
a) naam of benaming en adresgegevens van de persoon die het recht verleent;
b) in geval het recht wordt verleend door een rechtspersoon, de identiteit en hoedanigheid van de natuurlijke persoon die namens hem optreedt;
c) de aard van de activiteiten van de persoon die het recht verleent;
d) de intellectuele eigendomsrechten, waarvan het gebruik wordt toegestaan;
e) in voorkomend geval de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren van de persoon die het recht verleent;
f) de ervaring met commerciële samenwerking en de ervaring binnen de exploitatie van de commerciële formule buiten een commerciële samenwerkingsovereenkomst;
g) de historiek, de staat en de vooruitzichten van de markt waarin de activiteiten worden uitgeoefend, vanuit algemeen en lokaal oogpunt;
h) de historiek, de staat en de vooruitzichten van het marktaandeel van het netwerk vanuit een algemeen en lokaal oogpunt;
i) in voorkomend geval voor elk van de voorbije drie jaren het aantal uitbaters die deel uitmaken van het Belgische en internationale netwerk, alsook de expansievooruitzichten van het netwerk;
j) in voorkomend geval voor elk van de voorbije drie jaren het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is afgesloten, het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten dat is beëindigd op initiatief van de persoon die het recht verleent en op initiatief van de persoon die het recht verkrijgt, evenals het aantal commerciële samenwerkingsovereenkomsten die niet werden hernieuwd op vervaldag;
k) de lasten en investeringen waartoe de persoon die het recht verkrijgt, zich verbindt bij de aanvang en tijdens de looptijd van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, met opgave van de bedragen en hun bestemming alsook hun aflossingstermijn, het ogenblik waarop ze aangegaan zullen worden en hun lot bij beëindiging van de overeenkomst.
§ 2. De Koning kan de vorm bepalen van het afzonderlijk document bedoeld in § 1. Hij kan eveneens de lijst van gegevens opgesomd in paragraaf 1, 1° en 2°, aanvullen of verduidelijken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.29. [1 In geval van hernieuwing van een commerciële samenwerkingsovereenkomst, gesloten voor een periode van bepaalde duur, in geval van het sluiten van een nieuwe commerciële samenwerkingsovereenkomst tussen dezelfde partijen of in geval van wijziging van een commerciële samenwerkingsovereenkomst die in uitvoering is en sinds minstens 2 jaar gesloten is, verstrekt degene die het recht verleent de andere persoon een ontwerp van overeenkomst en een vereenvoudigd document, minstens een maand vóór de hernieuwing of het sluiten van een nieuwe overeenkomst of de wijziging van de lopende commerciële samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel I.11, 2°.
Dit vereenvoudigd document omvat minstens de volgende gegevens :
1° De belangrijke contractuele bepalingen, zoals bepaald in artikel X.28, § 1, 1°, die werden gewijzigd ten aanzien van het oorspronkelijk document of, bij ontstentenis van een document, ten aanzien van de datum waarop het oorspronkelijk akkoord werd gesloten;
2° De gegevens voor de correcte beoordeling van de commerciële samenwerkingsovereenkomst, zoals bepaald in artikel X.28, § 1, 2°, die werden gewijzigd ten aanzien van het oorspronkelijk document of, bij ontstentenis van een document, ten aanzien van de datum waarop de oorspronkelijke overeenkomst werd gesloten.
In afwijking van het eerste lid, geldt dat, indien op schriftelijk verzoek van de partij die het recht verkrijgt, een commerciële samenwerkingsovereenkomst die sinds minstens twee jaar is gesloten, wordt gewijzigd tijdens de uitvoering ervan, de partij die het recht verleent geen ontwerp van overeenkomst en geen vereenvoudigd document moet verstrekken.
Artikel X.27, derde lid, is niet van toepassing op de verplichtingen betreffende overeenkomsten die in uitvoering zijn op het moment waarop over de hernieuwing, de nieuwe overeenkomst of de wijziging van de overeenkomst wordt onderhandeld.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.30. [1 In geval van niet naleving van een van de bepalingen van artikel X.27 en van artikel X.29, eerste lid, kan de persoon die het recht verkrijgt, de nietigheid van de commerciële samenwerkingsovereenkomst inroepen binnen twee jaar na het sluiten van de overeenkomst.
Wanneer het afzonderlijk document de gegevens bedoeld in artikel X.28, § 1, 1°, en in artikel X.29, tweede lid, niet bevat, kan de persoon die het recht verkrijgt, de nietigheid van de desbetreffende bepalingen van de commerciële samenwerkingsovereenkomst inroepen.
Wanneer één van de in artikel X.28, § 1, 2°, en X.29, tweede lid, 2°, bedoelde gegevens van het afzonderlijk document ontbreekt, onvolledig of onjuist is of wanneer één van de gegevens van het afzonderlijk document, bedoeld in artikel X.28, § 1, 1°, en X.29, tweede lid, 1°, onvolledig of onjuist is, kan de persoon die het recht verkrijgt het gemeen recht inzake wilsgebreken of quasi-delictuele aansprakelijkheid inroepen, en zulks onverminderd de toepassing van de bepalingen van het vorige lid.
De persoon die het recht verkrijgt, kan pas geldig afstand doen van het recht om de nietigheid van de overeenkomst of van één van de bepalingen ervan te vorderen, na het verstrijken van een termijn van een maand na het sluiten van deze overeenkomst. Deze afstand moet uitdrukkelijk de oorzaken vermelden waarom afstand wordt gedaan van de nietigheid.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.31. [1 De personen zijn gehouden tot de geheimhouding met betrekking tot de inlichtingen die zij verkrijgen met het oog op het sluiten van een commerciële samen werkingsovereenkomst en mogen deze inlichtingen slechts rechtstreeks of onrechtstreeks gebruiken binnen de te sluiten commerciële samenwerkingsovereenkomst.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.32. [1 De bedingen in de commerciële samenwerkingsovereenkomst en de gegevens in het afzonderlijk document, bedoeld in artikel X.28, worden duidelijk en begrijpelijk opgesteld. In geval van twijfel over de betekenis van een beding of een gegeven, prevaleert de voor de persoon die het recht verkrijgt, gunstigste interpretatie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.33. [1 De precontractuele fase van de commerciële samenwerkingsovereenkomst valt onder de Belgische wet en onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken, wanneer de persoon die het recht verkrijgt, de activiteit waarop de overeenkomst slaat, hoofdzakelijk in België uitoefent.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. X.34. [1 De Koning richt een Arbitragecommissie op bestaande uit een gelijke vertegenwoordiging van organisaties die de belangen van elk van beide partijen verdedigen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-02/21, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 31-05-2014>