Samenvatting
Gerechtelijk wetboek
Indeling
gecoördineerde versie (staatsblad)
- ALGEMENE BEGINSELEN (art. 1 tot 57)
- RECHTERLIJKE ORGANISATIE (art. 58 tot 555ter)
- BEVOEGDHEID (art. 556 tot 663)
- BURGERLIJKE RECHTSPLEGING (art. 664 tot 1385undecies)
- BEWAREND BESLAG, MIDDELEN TOT TENUITVOERLEGGING EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING (art. 1386 tot 1675/19)
- ARBITRAGE (art. 1676 tot 1723)
- BEMIDDELING (art. 1724 tot 1737)
Deel I: Algemene beginselen
- Artikelen 1 tot 57 (op Juridat)
Deel II: rechterlijke organisatie
- Artikelen 58 tot 555ter (op Juridat)
Dit deel beschrijft de verschillende rechtbanken:
- vrederechter, politierechtbank
- arrondissementsrechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel
- hof van beroep, arbeidshof
- hof van assisen of assisenhof
- Hof van Cassatie
De naam van een rechtbank wordt vaak met een hoofdletter geschreven als één welbepaalde rechtbank bedoeld wordt. Daarnaast beschrijft het ook de rol van het openbaar ministerie, referendarissen en parketjuristen, griffiers en gerechtsdeurwaarders.
Deel III: bevoegdheid
- Artikelen 556 tot 663 (op Juridat)
Deel III in het Gerechtelijk Wetboek gewijd aan deze bevoegdheid, wordt als volgt onderverdeeld:
- Volstrekte (materiële) bevoegdheid
- de Aanleg
- de territoriale bevoegdheid
- de regeling van geschillen van bevoegdheid (arrondissementsrechtbank)
Dit deel omvat de beschrijving van de rechtsmacht en bevoegdheid van de rechters. Alsus wordt omschreven met welk probleem je bij welke rechtbank terecht kunt en in welk van de 27 gerechtelijke arrondissementen in het land.
Deel IV: burgerlijke rechtspleging
- Artikel 664 tot 1385undecies (op Juridat)
Voor de invoering van het Gerechtelijk Wetboek werd dit geregeld door het Wetboek van Burgerlijke Rechtspleging van 1806. Thans is de trage, dure en omslachtige rechtspleging van 1806 verlaten en vervangen door delen IV en V van het Gerechtelijke Wetboek.
Deel IV bestaat uit vier afzonderlijke onderdelen:
- De rechtsbijstand
- Het geding
- De Rechtsmiddelen
- de Bijzondere Rechtspleging
Het deel betreffende het geding omvat:
- inleiding bij dagvaarding, vrijwillige verschijning of bij verzoekschrift
- de rol
- de minnelijke schikking of berechting op tegenspraak
- het vonnis, eventueel bij verstek
- tussenkomst, wraking en verschoning, excepties, bewijs
- rechtsmiddelen zoals verzet, hoger beroep en cassatie
Het deel m.b.t. Bijzondere rechtspleging beschrijft een twintigtal bijzondere rechtsplegingen:
- verzegeling en ontzegeling
- boedelbeschrijving
- verwerping van een nalatenschap
- bepaalde (...) verkopingen van onroerende goederen
- bepaalde verkopingen van roerende goederen
- verdeling en veiling van onverdeelde goederen
- inbezitstelling van de goederen van een afwezige
- onbeheerde nalatenschappen
- adoptie
- verlatenverklaring van een minderjarige
- onbekwaamverklaring
- vorderingen tussen echtgenoten
- echtscheiding en scheiding van tafel en bed
- uitkeringen tot levensonderhoud.
- hoger bod op vrijwillige vervreemding.
- uitstel van betaling.
- toestaan van betalingsfaciliteiten inzake consumentenkrediet
- summiere rechtspleging om betaling te bevelen
- rechtspleging inzake huur van goederen en inzake uithuiszetting
- rechtspleging inzake pacht
- aanneming van de borg
- aanbod van betaling en consignatie
- rekening en verantwoording.
- bezitsvorderingen.
- recht van uitweg.
- middelen om uitgifte of afschrift van een akte te verkrijgen.
- verbetering van akten van de burgerlijke stand
- de dwangsom
- geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet
Voor deze betwistingen over de belastingen zijn er fiscale rechtbanken ingericht. Een fiscale rechtbank is eigenlijk gewoon een gespecialiseerde kamer van de rechtbank van eerste aanleg
Deel V: bewarend beslag, middelen tot tenuitvoerlegging en collectieve schuldenregeling
- Artikelen 1386 tot 1675/19 (op Juridat)
In dit deel gaat het eerst over de organisatie van een centraal bestand van beslagleggingen. Vervolgens regelt het in detail het bewarend beslag en uitvoerend beslag. Tenslotte is er de nieuwe collectieve schuldenregeling.
Deel VI: arbitrage
- Artikelen 1676 tot 1723 (op Juridat)
Arbitrage is een mogelijkheid om een betwisting buiten de rechtbank voor te leggen aan een arbiter of aan een arbitagecommissie of scheidsgerecht. Arbitrage valt niet te verwarren met het Arbitragehof.
Deel VII: bemiddeling
- Artikelen 1724 tot 1737 (op Juridat)
Elke overeenkomst kan een bemiddelingsbeding bevatten.
Bijvoegsel
- Gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken (op Juridat)
bekijk de inhoudstafel gerechtelijk wetboek in PDF-formaat
Het Gerechtelijk wetboek verving in 1967 in België het vroegere wetboek, dat toen, zoals in Nederland, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heette. Het beschrijft in zeven delen de rechtsgang in België en is de basistekst van het gerechtelijk recht.
Preview
Gerechtelijk wetboek Niet geconsolideerde versies de algemene procedureregel: de artikelen 1 tot 57 gerechtelijk wetboek: gerechtelijke organisatie de artikelen 58 tot 555 quater de bevoegdheid: art. 556 tot 662 de rechtspleging art. 664 tot 1385 undecies de regels inzake beslag art. 1386 tot 1675 Gerechtelijk wetboek de arbitage art. 1676 tot 1723 de bemiddeling art 1725 tot 1737 Gerechtelijk Wetboek integrale en bijgewerkte versie gecoördineerde versie (staatsblad) ALGEMENE BEGINSELEN (art. 1 tot 57) RECHTERLIJKE ORGANISATIE (art. 58 tot 555ter) BEVOEGDHEID (art. 556 tot 663) BURGERLIJKE RECHTSPLEGING (art. 664 tot 1385undecies) BEWAREND BESLAG, MIDDELEN TOT TENUITVOERLEGGING EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING (art. 1386 tot 1675/19) ARBITRAGE (art. 1676 tot 1723) BEMIDDELING (art. 1724 tot 1737) Deel I: Algemene beginselen Artikelen 1 tot 57 (op Juridat) Deel II: rechterlijke organisatie Artikelen 58 tot 555ter (op Juridat) Dit deel beschrijft de verschillende rechtbanken: vrederechter, politierechtbank arrondissementsrechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel hof van beroep, arbeidshof hof van assisen of assisenhof Hof van Cassatie De naam van een rechtbank wordt vaak met een hoofdletter geschreven als één welbepaalde rechtbank bedoeld wordt. Daarnaast beschrijft het ook de rol van het openbaar ministerie, referendarissen en parketjuristen, griffiers en gerechtsdeurwaarders. Deel III: bevoegdheid Artikelen 556 tot ...