HOOFDSTUK 3. [1 - Register]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.15. [1 Het register bevat alle gegevens en stukken waarvan de opgave wordt bepaald in dit boek.
Het register geldt als authentieke bron voor alle akten en gegevens die erin zijn opgenomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.16. [1 § 1. De Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone respectievelijk bedoeld in artikel 488 van het Gerechtelijk Wetboek, hierna "de beheerder" genoemd, staan samen in voor de inrichting en het beheer van het register.
§ 2. De bewaartermijn van de in artikel XX.15 bedoelde gegevens bedraagt 30 jaar te rekenen vanaf de rechterlijke beslissing die de procedure beëindigt. Wanneer deze termijn afloopt worden de gegevens aan het Rijksarchief bezorgd.
§ 3. De Koning bepaalt, na het advies te hebben ingewonnen van de beheerder en de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer:
1° de vorm en de nadere regels van de opname van gegevens in het register;
2° de nadere regels inzake de toegang tot het register;
3° de nadere regels voor de inrichting en werking van het register, en de gegevens van het register.
Met betrekking tot de schuldenaar, de schuldeisers, de insolventiefunctionarissen, de gedelegeerd rechters en de rechters-commissarissen worden de volgende categorieën van persoonsgegevens in het register verwerkt:
1° identificatiegegevens, zijnde de gegevens die het mogelijk maken om de schuldenaar, de schuldeisers, de insolventiefunctionarissen, de gedelegeerd rechters en de rechters-commissarissen op unieke wijze te identificeren, onder meer:
- naam, voornamen of de benaming van de schuldenaar;
- nationaliteit;
- beroep;
- het Rijksregisternummer en het identificatienummer van de Kruispuntbank van ondernemingen;
- het adres van inschrijving in het bevolkingsregister of de maatschappelijke zetel;
2° gerechtelijke gegevens, zijnde de gegevens in verband met het dossier van gerechtelijke reorganisatie of het faillissementsdossier, onder meer:
- de rechtbank waarbij de procedure hangende is.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.17. [1 § 1. De beheerder wordt met betrekking tot het register, bedoeld in artikel XX.15, beschouwd als verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
§ 2. De beheerder stelt een aangestelde voor de gegevensbescherming aan.
Deze is meer bepaald belast met:
1° het verstrekken van deskundige adviezen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging van persoonsgegevens en informatie en inzake hun verwerking;
2° het informeren en adviseren van de beheerder die de persoonsgegevens behandelt over zijn verplichtingen binnen het kader van dit boek en binnen het algemeen kader van de bescherming van de gegevens en de persoonlijke levenssfeer;
3° het opstellen, het toepassen, het bijwerken en het controleren van een beleid inzake de beveiliging en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
4° het functioneren als het contactpunt voor de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
5° het adviseren van de beheerder over de gepaste wijze waarop het beroepsgeheim van de beoefenaars van vrije beroepen betrokken in een insolventieprocedure kan worden beschermd;
6° de uitvoering van de andere opdrachten inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging die door de Koning worden bepaald, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Bij het uitoefenen van zijn opdrachten handelt de aangestelde voor de gegevensbescherming volledig onafhankelijk en brengt rechtstreeks verslag uit aan de beheerder.
De Koning bepaalt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beheerder, de nadere regels volgens dewelke de aangestelde voor de gegevensbescherming zijn opdrachten uitvoert.
§ 3. De beheerder staat in voor de controle op de werking en het gebruik van het register.
Overeenkomstig de artikelen 9 tot 12 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, stelt de beheerder, op de door de Koning, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bepaalde wijze, iedere belanghebbende partij in kennis van:
1° de in artikel XX.15, tweede lid, bedoelde gegevens die hem betreffen;
2° de categorieën van personen die toegang hebben tot de onder 1° bedoelde gegevens;
3° de bewaartermijn van de onder 1° bedoelde gegevens;
4° de in § 2 van dit artikel bedoelde verantwoordelijke voor de verwerking;
5° de wijze waarop hij inzage kan verkrijgen van de onder 1° bedoelde gegevens.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.18. [1 § 1. In de vervulling van hun wettelijke opdracht hebben de magistraten met inbegrip van de leden van het openbaar ministerie, de griffiers, de parketsecretarissen, de rechters-commissarissen en de gedelegeerd rechters, de insolventiefunctionarissen, de schuldenaren en gefailleerden bedoeld in dit boek, alsook de schuldeisers en derden die beroepsmatig rechtbijstand verlenen, in beginsel toegang tot de voor hen relevante in artikel XX.15 bedoelde gegevens, onverminderd de regels die voortvloeien uit de bescherming van het beroeps-en zakengeheim en van het geheim van de beraadslaging.
De Koning bepaalt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de nadere regels van toegang tot het register, mede in acht genomen de bijzondere aard van bepaalde gegevens die beschermd moeten worden op grond van het beroepsgeheim of het zakengeheim.
Elke belanghebbende derde kan, geheel of gedeeltelijk, toegang vragen tot het dossier aan de rechter-commissaris of de gedelegeerde rechter. De voorzitter van de rechtbank, de voorzitter van de kamer, de rechter-commissaris of de gedelegeerde rechter kunnen ook beslissen, geval per geval, dat bepaalde gegevens wegens hun vertrouwelijke aard, slechts beperkt toegankelijk zijn. Zij delen hun beslissing mede aan de beheerder van het register.
De Koning kan, na advies van de Commissie voor de bescherming van de levenssfeer, andere categorieën van personen de toestemming geven om die gegevens te raadplegen onder de voorwaarden die Hij bepaalt.
§ 2. Het is de beheerder verboden om de in artikel XX.15 bedoelde gegevens te verstrekken aan andere dan de in paragraaf 1 bedoelde personen.
§ 3. Hij die in welke hoedanigheid ook deelneemt aan de verzameling, de verwerking of de mededeling van de in artikel XX.15 bedoelde gegevens of kennis heeft van die gegevens, moet het vertrouwelijk karakter ervan in acht nemen.
Artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.19. [1 § 1. De registratie, de raadpleging, de wijziging, de hernieuwing, de verwijdering van gegevens in het register en het beheer van het insolventiedossier kunnen, teneinde de kosten te dekken die veroorzaakt worden door het beheer van het register, aanleiding geven tot de inning van een retributie.
Het bedrag van de retributies bedoeld in het eerste lid kan variëren naar gelang de partij die gebruik maakt van het register en naargelang de wijze van registratie.
§ 2. Het bedrag, de voorwaarden en de nadere regels van inning worden door de Koning nader bepaald na ter zake het advies van het Beheers- en Toezichtscomité, de Orde van Vlaamse balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone te hebben ingewonnen.
De Koning bepaalt de gevallen van vrijstelling van retributie wanneer zulks vereist is om te voldoen aan de bepalingen van het recht van de Europese Unie of om tegemoet te komen aan de maatschappelijke noden van de betrokkenen.
De retributies zijn betaalbaar aan en worden geïnd door de beheerder.
De overheidsinstellingen die in het kader van hun opdracht gebruikmaken van het register, zijn niet verplicht de retributies bedoeld in dit artikel te betalen.
§ 3. Het bedrag van de retributie bedoeld in paragraaf 2 wordt op 1 januari van ieder jaar aan de hand van de volgende formule van rechtswege aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen: het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het beginindexcijfer.
Het beginindexcijfer is dat van de maand december van het jaar gedurende hetwelk het bedrag van de retributie is vastgesteld. Het nieuwe indexcijfer is dat van de maand december van het jaar voorafgaand aan de eerste januari van het jaar gedurende hetwelk de aanpassing plaatsvindt.
Het resultaat wordt op een eenheid naar boven afgerond.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14
art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
[...]
Art. XX.8. [1 Natuurlijke personen die niet bijgestaan worden door een raadsman of rechtspersonen met een maatschappelijke zetel in het buitenland kunnen steeds papieren akten neerleggen op de griffie, of, in geval van een faillissement, bij de curator.
De neerlegging op de griffie, of, in geval van een faillissement, bij de curator, in papieren vorm blijft mogelijk wanneer het register tijdelijk buiten werking is.
Het omzetten van op materiële drager opgemaakte of neergelegde stukken naar een elektronisch dossier wordt verricht door opname in het elektronisch dossier via elektronische lezing en bevestiging van de conformiteit met het elektronisch gelezen document door de griffier of in voorkomend geval door de curator.
De griffier levert, zo nodig, een papieren afschrift van de elektronische gegevens af.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.9. [1 Onverminderd de bepalingen van artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek, vindt elke kennisgeving of mededeling of neerlegging bepaald in dit boek aan, bij of door een insolventiefunctionaris, een gedelegeerd rechter of rechter-commissaris plaats via het register.
Wanneer dit boek een mededeling of kennisgeving voorschrijft of oplegt, geldt de plaatsing van het bericht in het register als mededeling of kennisgeving, mits hiervan een elektronische melding gebeurt aan de betrokkene.
De datum van neerlegging, kennisgeving of mededeling wordt vastgesteld door het register. Het register levert een ontvangstbericht of verzendbericht af voor elke neerlegging, kennisgeving of mededeling. In de gevallen bedoeld in artikel XX.8, tweede lid, is de datum van ontvangst de datum waarop de akte bij de bestemmeling toekomt. De eindbestemmeling levert een ontvangstbericht af.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.10. [1 Onverminderd elke kennisgeving of betekening die elders is gedaan, gebeuren de bekendmakingen bevolen krachtens dit boek in het Belgisch Staatsblad.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.11. [1 Waar dit boek voorschrijft dat handelingen schriftelijk geschieden, wordt hieraan voldaan indien het stuk is neergelegd door een elektronisch geauthentiseerd persoon via het register en neergelegd met een elektronische handtekening.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>