Het kamerdecreet werd opgeheven bij decreet van de vlaamse raad van 29/03/2013, met name het decreet houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft
De regelgeving inzake kamerverhuur werd thans opgenomen in Het Vlaamse Woondecreet 08/07/97 zoals geldig vandaag en zoals verder weergegeven op deze site.
Let wel naast de wooncode blijven ook de gemeenten bevoegd inzagke aanvullende reglementeringen.
Voor huurcontracten van studentenwoningen in Vlaanderen aangegaan vanaf 1 januari 2019 is het Vlaams woninghuurdecreet van 9 november 2018 van toepassing.
Aandachtspunten inzake huurcontracten voor huisvesting aan studenten voorzien in het decreet van 9 november 2018:
Alle kosten en lasten moeten voortaan in de huurprijs van een studentenkamer zijn inbegrepen. Dat moet voorkomen dat een student op het einde van de huurovereenkomst geconfronteerd wordt met een zeer hoge afrekening. Alleen het verbruik van water, energie en telecommunicatie (en eventueel de belasting op tweede verblijven) kunnen afzonderlijk worden aangerekend.
De huurwaarborg mag bij studentenkamers maximaal twee maanden huur bedragen. Als de huurwaarborg bestaat uit een geldsom, moet men die storten op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder of op een rekening van de verhuurder. De waarborg cash overhandigen is niet meer toegestaan.
Overdracht huur: De student mag alleen met schriftelijke toestemming van de verhuurder zijn huurovereenkomst overdragen aan een andere student of de kamer onderverhuren.
Die toestemming is niet nodig als de student een uitwisselingsprogramma volgt of een stage volbrengt. De verhuurder kan zich daartegen enkel verzetten als hij een grondige reden heeft, bijvoorbeeld als de onderhuurder geen student is.
Einde huur: De studentenhuurovereenkomst eindigt automatisch op de einddatum van het contract. Een studentenhuurovereenkomst wordt nooit stilzwijgend verlengd.
Vroegtijdige beëindiging: In drie gevallen kan de student de huurovereenkomst vroegtijdig beëindigen. De student kan de huurovereenkomst opzeggen nog voor ze in werking is getreden. Als hij dat minder dan drie maanden voor de startdatum doet, moet hij een opzeggingsvergoeding van twee maanden huur betalen.
De student kan de huurovereenkomst ook beëindigen als hij zijn studies stopzet of als een van zijn ouders (of een andere persoon die instaat voor zijn levensonderhoud) overlijdt. Daarbij geldt altijd een opzeggingstermijn van twee maanden.
Meer details over studentenwoninhuur zie deze link
uittreksel uit het decreet:
TITEL III. - Huurovereenkomsten voor de huisvesting van studenten
Art. 53. Toepassingsgebied
Deze titel is van toepassing op huurovereenkomsten waarbij de bewoner een student is en het gehuurde goed niet met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming tot zijn hoofdverblijfplaats bestemt.
Als student wordt gezien iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling die voltijds onderwijs aanbiedt.
Art. 54. Dwingend karakter van deze bepalingen
De bepalingen van deze titel zijn van dwingend recht.
Art. 55. Vereiste van een geschrift
Artikel 8 is van toepassing op de huurovereenkomsten die worden gesloten op basis van deze titel.
De Vlaamse Regering stelt een specifieke vulgariserende toelichting op voor huurovereenkomsten die onder het toepassingsgebied van deze titel vallen.
Art. 56. Plaatsbeschrijving
Artikel 9 en 39 zijn van toepassing op de huurovereenkomsten die worden gesloten op basis van deze titel.
Art. 57. Leveringsplicht en staat van het goed bij aanvang
Artikel 12 is van toepassing op de huurovereenkomsten die worden gesloten op basis van deze titel.
Art. 58. Onderhouds- en herstellingsplicht huurder en verhuurder
Artikel 25 tot en met 28 zijn van toepassing op de huurovereenkomsten die worden gesloten op basis van deze titel.
De Vlaamse Regering stelt een specifieke lijst vast voor de kleine herstellingen van verhuurde goederen die onder het toepassingsgebied van deze titel vallen.
Art. 59. Overdracht van de huur en onderhuur
De overdracht van de huurovereenkomst en onderverhuring zijn verboden, behalve met schriftelijke en voorafgaande toestemming van de verhuurder.
De verhuurder stemt in met de overdracht van de huurovereenkomst of de onderverhuring aan een student als de huurder deelneemt aan een studie-uitwisselingsprogramma of een stage volbrengt. De verhuurder kan zich alleen verzetten als hij daarvoor gegronde redenen aanvoert.
De huurder blijft bij onderverhuring van het goed aansprakelijk ten aanzien van de verhuurder voor het nakomen van de verplichtingen uit de huurovereenkomst.
Art. 60. Vaststelling van de huurprijs en de verrekening kosten en lasten
De verhuurder en de huurder komen in de huurovereenkomst een huurprijs overeen die een vergoeding omvat voor zowel het gebruik van het gehuurde goed door de huurder als alle kosten en lasten, uitgezonderd het verbruik van energie, water en telecommunicatie en de belasting op tweede verblijven.
Art. 61. Indexatie van de huurprijs
§ 1. Dit artikel is niet van toepassing op huurovereenkomsten waarbij een onderwijsinstelling verhuurt aan studenten die voldoen aan de voorwaarden om een verminderde huurprijs te bekomen.
§ 2. Als de duur van de huurovereenkomst langer dan een jaar bedraagt, wordt de huurprijs eenmaal per jaar aan de kosten van levensonderhoud aangepast op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, tenzij die aanpassing uitdrukkelijk uitgesloten is.
De aanpassing, vermeld in het eerste lid, gebeurt conform artikel 34.
§ 3. Als een woning het voorwerp is van opeenvolgende huurovereenkomsten met dezelfde huurder, mag de basishuurprijs niet hoger zijn dan de bij de initiële huurovereenkomst bepaalde huurprijs. Die huurprijs kan proportioneel worden aangepast conform artikel 34, tenzij de normale huurwaarde van het goed ondertussen ten gevolge van nieuwe omstandigheden, met ten minste 20% of ten gevolge van werkzaamheden in het gehuurde goed met ten minste 10% is gestegen.
Niettegenstaande enig andersluidend beding of enige andersluidende overeenkomst vermindert de rechter de huurprijs tot de huurprijs die eisbaar was krachtens de initiële huurovereenkomst, proportioneel aangepast conform artikel 34, als de verhuurder niet bewijst dat de huurprijs werd vastgelegd conform het eerste lid.
Art. 62. Huurwaarborg
§ 1. De huurder kan om de naleving van zijn verplichtingen te waarborgen een waarborg verstrekken aan de verhuurder. Die waarborg kan de vorm aannemen van een geldsom of van een zakelijke zekerheidstelling bij een financiële instelling op naam van de huurder en mag maximaal de waarde hebben van twee maanden huur. De waarborg moet ten vroegste drie maanden voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst door de huurder verstrekt worden.
§ 2. De geldsom die als waarborg wordt gesteld, wordt ofwel geplaatst op een geïndividualiseerde rekening bij een financiële instelling op naam van de huurder, ofwel gestort op een door de verhuurder opgegeven rekening. De wijze van waarborgstelling wordt vermeld in de huurovereenkomst.
Als de waarborg wordt geplaatst op een geïndividualiseerde rekening, wordt de opgebrachte rente gekapitaliseerd ten bate van de huurder. De verhuurder verwerft een voorrecht op de activa van de rekening voor elke schuldvordering ten gevolge van het volledig of gedeeltelijk niet-nakomen van de verplichtingen van de huurder.
Als de waarborg wordt gestort op een door de verhuurder opgegeven rekening, betaalt de verhuurder aan de huurder rente op het bedrag van de waarborg tegen de gemiddelde rentevoet van de financiële markt, vanaf het moment dat de huurder de waarborg gestort heeft. De rente wordt gekapitaliseerd.
§ 3. Er mag niet beschikt worden over de bankrekening, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, noch in hoofdsom, noch in rente, dan ten voordele van een van beide partijen, mits voorleggen van ofwel een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste opgesteld wordt bij het beëindigen van de huurovereenkomst, ofwel van een kopie van een rechterlijke beslissing. Die beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of voorziening en zonder borgstelling of kantonnement.
De geldsom die wordt gestort op een door de verhuurder opgegeven rekening, vermeerderd met de rente, vermeld in paragraaf 2, derde lid, wordt door de verhuurder aan de huurder teruggestort binnen drie maanden nadat de huurder het goed heeft verlaten, tenzij de verhuurder binnen die termijn de teruggave heeft betwist bij aangetekende brief ten aanzien van de huurder.
Art. 63. Verbod op stilzwijgende verlenging
De huurovereenkomst eindigt na verloop van de duur die in de overeenkomst, vermeld is.
Een bepaling op basis waarvan de huurovereenkomst stilzwijgend wordt verlengd als de huurovereenkomst niet uitdrukkelijk wordt opgezegd, wordt voor niet geschreven gehouden.
Art. 64. Beëindiging van de huurovereenkomst
§ 1. De huurovereenkomst kan door de huurder worden beëindigd in de volgende gevallen:
1° vóór de inwerkingtreding van de huurovereenkomst;
2° bij de beëindiging van zijn studie op voorlegging van een bewijsstuk van de onderwijsinstelling;
3° bij overlijden van een van de ouders of een andere persoon die instaat voor het onderhoud van de huurder, op voorlegging van een bewijsstuk.
In het geval, vermeld in het eerste lid, 1°, is een opzeggingsvergoeding verschuldigd van twee maanden huur als de huurovereenkomst wordt beëindigd minder dan drie maanden voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.
In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, bedraagt de opzeggingstermijn twee maanden. De opzeggingstermijn neemt een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging wordt gedaan.
§ 2. De huurovereenkomst wordt van rechtswege ontbonden door het overlijden van de huurder op de eerste dag van de maand die volgt op het overlijden.
Art. 65. Betwistingen
Hoofdstuk 5 van titel 2, met uitzondering van artikel 46 en 50, is van overeenkomstige toepassing op de huurovereenkomsten die worden gesloten op basis van deze titel.